De Nederlandse uitvinder van bluetooth Jaap Haartsen vindt dat de draadloze techniek niet genoeg zekerheid geeft over de afstand om te kunnen gebruiken voor contactonderzoek met corona-apps.

Haartsen noemt het in een interview met Computable 'niet gek' dat apps bluetooth inzetten, omdat het gebruik van gps privacygevoeliger ligt. Volgens hem kun je met bluetooth bijhouden wie er binnen het bereik van de radiosignalen is geweest. Daaruit is wel de afstand af te leiden, maar dat is niet erg nauwkeurig. Hij wijst erop dat meerdere variabelen van invloed zijn op de meting van het bereik, zoals het zendvermogen, de ontvangstgevoeligheid, de afstand en de aanwezigheid van obstakels die het signaal kunnen verstoren of anderszins beïnvloeden.

"Men is binnen de Bluetooth Special Interest Group wel bezig met afstandsbepaling, met een nauwkeurigheid van ongeveer een meter, maar dit is er voorlopig nog niet. Voordat het grootschalig in telefoons zit, zijn we wel een aantal jaren verder", zegt Haartsen. Hij verwijst daarbij naar een op fasen-gebaseerd protocol van imec dat de afstand nauwkeuriger kan meten door directe line-of-sight-metingen te scheiden van de multipathcomponenten.

De bluetoothuitvinder denkt verder dat Google en Apple met hun aanpak meer kans van slagen hebben dan andere app-ontwikkelaars, omdat zij op een diep niveau in hun besturingssystemen aanpassingen kunnen doorvoeren.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment