Aan de universiteit van Toronto heeft een groep wetenschappers een methode ontwikkeld om frituurolie om te zetten in een materiaal waarmee 3d-printers overweg kunnen. Het team gebruikte daarvoor olie uit een restaurant van McDonald's.

 

Universiteit

 

Het team van professor Andre Simpson doet aan de universiteit van Toronto onderzoek aan kleine levende organismen met behulp van een NMR-spectrometer. Voor dat onderzoek gebruikt het team een 3d-printer om op maat gemaakte houders te printen waarin het de organismen kan vastzetten als ze de spectrometer ingaan. Het gaat om een printer die werkt op basis van light projection printing, een techniek waarbij een vat vloeibare kunsthars wordt gebruikt. Het voorwerp dat geprint wordt, stolt onder invloed van het licht dat de printer voortbrengt. Tot nu gebruikte het team daar een dure kunsthars voor, een vloeibaar plastic dat zo'n vijfhonderd euro per liter kost.

Toen Simpson het kunsthars onderzocht, bleken de eigenschappen van het materiaal sterk overeen te komen met die van de olie die wordt gebruikt om in te bakken, braden en frituren. Zo ontstond het idee dat dergelijke olie wellicht geschikt is te maken om mee te printen. Om dat te onderzoeken, had het team een flinke hoeveelheid olie nodig. Studenten uit het team van Simpson gingen restaurants in Toronto af met de vraag of ze gebruikte olie mochten ophalen. Van de benaderde restaurants reageerde alleen een plaatselijke McDonald's positief, waarna het team met tien liter gebruikte frituurolie aan de slag kon.

Het team wist de olie uiteindelijk om te zetten in een kunsthars die geschikt is om mee te printen. Dat vergt volgens de onderzoekers een eenvoudige omzetting. Op basis van het nieuwe kunsthars wist het team doorzichtige prints af te leveren met een nauwkeurigheid van honderd micrometer, die bovendien stevig genoeg zijn. Simpson ziet groot voordeel in de techniek. Niet alleen wordt gebruikte olie hergebruikt, waar die nu in veel gevallen in het riool verdwijnt, het levert bovendien biologisch afbreekbare prints op. Hij begroef een print en na twee weken bleek twintig procent van de print te zijn afgebroken.

Het team hoopt dat het onderzoeksresultaat wordt opgepikt door een bedrijf dat er gebruik van wil maken. Overigens werkt de voedselindustrie ook aan oplossingen om gebruikte olie op een verantwoorde manier te hergebruiken. Zo heeft McDonald's in Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland een programma waarmee het de olie omzet in biobrandstof waar de eigen vrachtwagens op rijden.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment